Filtertesten aanpassen
Wanneer u een filter aanpast, kunt u nieuwe filtertesten maken en bestaande wijzigen.
Dit kunt u doen in een "Filtertest" venster.
Voor nieuw aangemaakte testen moet u een naam opgeven die gebruikt zal worden om de test te identificeren.
U kunt kiezen of de test toegepast moet worden op bestanden, mappen of beide.
Wanneer een filtertest toegepast wordt op mappen, dan zult u deeltesten die enkel op bestanden van toepassing zijn niet toe kunnen voegen aan de test.
Een filtertest bestaat uit één of meerdere deeltesten, welke u selecteert door deze links aan te vinken.
Wanneer een test uit meerdere deeltesten bestaat, moeten al deze deeltesten gelden om een bestand of map aan de filtertest te laten voldoen.
U kunt kiezen uit onderstaande deeltesten:
- Naam:
Controleert of de naam van een bestand of map voldoet aan één van de opgegeven "matches".
- Padnaam:
Controleert of de padnaam van een bestand of map voldoet aan één van de opgegeven "matches".
De padnaam is absoluut, en is inclusief de naam van het bestand of de map.
De padnamen van mappen eindigen bovendien altijd met een padscheidingsteken, d.w.z. een schuine streep ("/").
- Bestandstype:
Controleert of het bestandstype gelijk is of voldoet aan één van de opgegeven types.
- Harde link:
Controleert of het bestand of map opgeslagen is als een harde link.
- Package:
Controleert of het bestand of map een pakket is.
(Het hangt ervan af of de pakketinhoud getoond wordt of een pakket beschouwt wordt als een bestand of als een map.)
- Grootte:
Controleert of de grootte van een bestand boven of onder een bepaalde grens is.